Herhaling.

Hoe de dingen van A naar B gaan. Wortels, wegen, bloedsomloop. Vooral in de winter denk ik daar vaak aan. Aan de schoonheid van zo’n systeem. Hoe het zich herhaalt in allerlei gedaanten.

Dat komt door de winterbomen. Die zo mooi afsteken tegen de lucht. En vandaag zag ik er één op een knalrode auto, die kan je niet voorbij laten gaan natuurlijk.

Sowieso ben ik iemand die steeds op dezelfde onderwerpen terug wil komen. Als een kind zich blijft verbazen over haar eigen voeten. Dus toen ik toch bij die boom stond lag het voor de hand…

| Anneke |08-02-2006 | 13 reacties |




O, en dan nog es wat.


Er is Post uit Canada.


(Ojee! Er staat maar één zin. Eigenlijk een halve. Daar kan ik helemaal niet tegen. Dat een bericht hier maar zo kort is. Zelfs niet als het doorverwijst naar een hele leuke pagina met tekst en plaatjes ook erbij enzo. Dan heb ik toch het gevoel dat ik iedereen een beetje voor Piet Snot hierheen laat komen. Dat de mensen zullen zeggen, ja hee Zeekomkommert, dat gaat zomaar niet. Ons voor een halve zin hier laten komen. Weet je wel niet hoe kostbaar onze tijd is. Hoeveel wij te doen hebben op zo een doordeweekse zaterdag. En dat ik dan in de commentaren finaal in mootjes gehakt wordt door de goegemeente en weblogland uitgejaagd en dat ik nooit meer terug mag komen. Net als Donald Duck vroeger, en daar had ik toch altijd al zo’n medelijden mee. Dus je snapt. Maar nu heb ik het toch maar mooi gedaan. Een halve zin! Ha!)

| Anneke |04-02-2006 | 8 reacties |




Wat doe jij ermee?

Ik vang ze altijd op want ik kan geen nee zeggen. Ik heb er zelfs ‘s maanden over gedaan om van mijn aardappelboer af te komen. Die heel lief is, maar wiens aardappelen niet te eten waren. En duur!
Had ik in een opwelling een abonnement op genomen. Dat heet geloof ik niet zo bij een aardappelboer, maar ja, als je eenmaal zo’n man aan de deur haalt kom je er net zo moeilijk vanaf als van De Volkskrant.
Het deed me denken aan vroeger. De aarpeleboer. Kwam elke week aan de deur en vulde dan twee gele emmers met eigenheimers. Twee ja, want wij waren met z’n achten thuis.
Het waren eigenlijk twee aardappelboeren, broers, en ze hadden altijd wel wat te kwekken. Ik vond dat wel gezellig. Heel anders dan de bierboer. Die kwam ook elke week al deed hij zijn drank gelukkig niet in gele emmers. Maar hij was wel een beetje humeurig, die man. Daar kon nou es geen lachje af. Terwijl wij toch flinke afnemers waren. Ik treed niet in detail, vanwege de eer van mijn familie, dat snap je, maar het was aardig wat. Reden genoeg voor die bierboer om zijn vriendelijkste glimlach op te zetten. Maar hij keek altijd even zuur.
Ja, nu zou ik dat wel op prijs stellen, een ondernemer zonder kruideniersglimlach, waar vind je die nog?

Maarre, waar was ik?
Oja. Die stokjes. Ik kreeg er twee deze keer. Van Webble en van Fraseologie. En als gezegd vang ik ze altijd op, want stokjes zijn lief. Alleen die vragen beantwoord ik nooit. Ik vind ze te stereotiep. Maar nu weten jullie wel dat wij vroeger een bierboer hadden plus twee aardappelbroers, nou das ook wat waard toch?

| Anneke |02-02-2006 | 12 reacties |