verse zeekomkommer
vandaag de dag


ouwe zeekomkommer
October, 2014
September, 2013
September, 2012
August, 2012
July, 2012
September, 2010
March, 2010
December, 2009
November, 2009
October, 2009
September, 2009
August, 2009
July, 2009
May, 2009
April, 2009
February, 2009
January, 2009
December, 2008
November, 2008
October, 2008
September, 2008
August, 2008
July, 2008
June, 2008
May, 2008
April, 2008
March, 2008
February, 2008
January, 2008
December, 2007
November, 2007
October, 2007
September, 2007
August, 2007
July, 2007
June, 2007
May, 2007
April, 2007
March, 2007
February, 2007
January, 2007
December, 2006
November, 2006
October, 2006
September, 2006
August, 2006
July, 2006
June, 2006
May, 2006
April, 2006
March, 2006
February, 2006
January, 2006


stokouwe zeekomkommer
February, 2006
January, 2006
December, 2005
November, 2005
October, 2005
September, 2005
August, 2005
July, 2005
June, 2005
May, 2005
April, 2005
March, 2005
February, 2005
January, 2005
December, 2004
November, 2004
October, 2004
September, 2004
August, 2004
July, 2004
June, 2004
May, 2004
April, 2004
March, 2004
February, 2004
January, 2004
 

3

Hoewel de kramp voor een groot deel opgelost is ben ik er volgens mij nog steeds niet helemaal uit.
Die twee dingen, de kramp en het verlummelen,  hebben met elkaar te maken. Volgens mij.
Het hele moeilijke is ook, dat Thomas’ dood op een bepaald niveau een verlichting is.
Wat je er ook van kunt zeggen, als je het nuchter bekijkt is de noodzaak om me schrap te zetten, om stil te zitten en me schrap te zetten, weggevallen.
Ik ben er huiverig voor om het op te schrijven want het zou verkeerd opgevat kunnen worden. Ik ben ook bang dat ik het zelf verkeerd opvat denk ik. Of misschien wel juist daarvoor.
Want het is een griezelige onaanvaardbare conclusie die haaks staat op mijn verdriet en mijn enorme verlies. Als ik het voor het zeggen had was ik liever stil en schrap gebleven. Zolang er leven is is er hoop nietwaar. Het had erger kunnen worden, maar het had ook beter kunnen gaan. Er was nog vooruitzicht, al zag hij het niet.

De kramp in de vorm van bewegingloosheid manifesteert zich in mijn vrije tijd. Daarmee bedoel ik, in tijd waarin ik niet door dingen van buitenaf aangestuurd wordt om in actie te komen. Niet de uren dat ik niet werk, maar de uren waarin ik niets hoef, geen afspraken heb, geen verplichtingen.
De uren die ik zou willen besteden aan het maken van nieuw werk (zoals dit). Want dat mis ik. Maar zodra ik mijn spullen pak en aan mijn tafel ga zitten is het een moeten. Ik moet dingen maken. Want dat deed ik altijd en daar hield ik van.
Het gevolg is dat er niets uit mijn handen komt.
Dat ik mijn tijd verlummel.
Ik kijk uit het raam.
Ik probeer niets te moeten.
Helemaal niets.
Ik wil geen dingen maken omdat het moet.
Ik wil dingen maken omdat ik het wil.
Omdat ik nieuwsgierig ben naar hoe ze er uit gaan zien.
Omdat ik enthousiast ben.
Van binnenuit.

Dit is het laatste restje kramp.
Hoop ik.

(Zo. En nou is het klaar hoor. Met de ontboezemingen. Morgen gewoon weer naar de sportschool!)


| Anneke | 25-02-2008 | 18 reacties |




2

Op een gegeven moment bestond mijn leven nog alleen uit me schrap zetten.
Stil zitten en me schrap zetten.
Ik deed nog wat vrijwilligerswerk, maar spande me vooral in het leven zo gewoon mogelijk te doen lijken.
Dat was een van de weinige dingen die ik voor hem kon doen.
Van gewoonheid gaat een enorme geruststelling uit, weet je.
Verder deed ik niet veel meer.
Het maken van belachelijk kleine dingen lukte niet meer.
Een boek lezen ging niet meer.
Eigenlijk ging bijna niets meer.
Het enige dat min of meer een vrijplaats was, was mijn virtuele leven. Uren zat ik aan mijn computer geketend.
Ik zette me schrap.

Na Thomas’ dood was ik een beetje als tante Sidonia.
Je weet wel, dat ze volkomen verkrampt door Jerommeke op zijn schouder genomen wordt om met schoenen en al in een mosterdbad gezet te worden. Zo ongeveer.
Het schrap zetten hoefde niet meer, de ramp was immers al gebeurd, maar ik bleef in een kramp.
Mijn werk was de teil waar ik met schoenen en al in gezet werd.
Het vrijwilligerswerk werd een fijne baan waar het leven weer een normaal aanzien kreeg. Gewone mensen, gewone dingen, zelfs de akkefietjes zijn gezellig (meestal dan toch).
Maar helemaal gewoon is het niet, want het is wel een museum dat een tragische geschiedenis in herinnering houdt.
Dat is goed.
Op de een of andere manier lijkt het logisch.
Zoals ik elke dag op nog geen 100 meter afstand bij het stoplicht tegenover de Euromast sta.
En alle malen zal ik wenen…

(later verder)


| Anneke | 24-02-2008 | 2 reacties |




1

Ik zou naar de sportclub maar ik heb geen zin.
Ik sprak met mezelf af dat ik niet hoefde maar dat ik in ruil daarvoor dan wel iets leuks moest doen.
En niet mijn vrije dag verlummelen.
Dat is een raar fenomeen, dat verlummelen.
Het brengt relatief weinig op maar het is een sterke behoefte.
Niet aan het verlummelen zelf, natuurlijk niet zou ik bijna zeggen, maar aan het helemaal niets hoeven.
Wat er dan meestal op neer komt dat ik mijn tijd verlummel.
Kennelijk voelt iets doen op een bepaald niveau ook altijd als iets moeten.
Dat is niet altijd zo geweest. Geloof ik.

De jaren voor Thomas’ dood waren niet eenvoudig.
Het liep scheef en schever en ik kon bijna niets doen.
Het was alsof ik in een auto zat maar niet aan het stuur.
Op de bestuurder had ik weinig vat, hij reed zijn eigen richting in zijn eigen duizelingwekkende snelheid en was moeilijk te bereiken.
Ik kon er niet uit. Ik wilde er niet uit.
Wat er ook gebeurde, hoe weinig ik ook kon doen, ik bleef op mijn post.

Hij was psychotisch maar ik ga daar niet de details van vertellen. Gisteren zag ik ergens op het web een dagboekje van een meisje dat 30 jaar geleden zelfmoord had gepleegd.
En nu had haar zus dat dagboekje online gezet.
Dat vind ik erg.
Het kan geen kwaad en ik begrijp het ook wel. Zolang er nog flarden van iemand zijn, waargenomen worden, dan is ‘ie nog niet helemaal weg.
Maar toch. Dat ze dan je dagboek online zetten lijkt me vreselijk, ook al merk je d’r niks van.
Het is zoiets als die inboedeltjes die je op de rommelmarkt wel eens ziet.
Een grote koffer vol ansichtkaarten met persoonlijke tekstjes en Hartelijke Groeten van tante Emma.
Alleen om die reden al heb ik een tijdje geleden allerlei rommel weggegooid waarvan ik niet wil dat het na mijn dood gevonden wordt. Briefwisselingen, dagboekfragmenten, ansichtkaarten, hoppeta weg ermee!
Ik bedoel. Ik ben niet tegen het uiten van persoonlijke dingen, integendeel. Het persoonlijke kan als het oprecht is en goed geformuleerd van grote waarde zijn, maar je moet er wel zelf voor kunnen kiezen.
Vinnik.

(morgen verder)


| Anneke | | 4 reacties |




Moe ben ik wel vaker, maar het chagrijn weet ik over het algemeen goed van mijn lijf te houden.
Zoniet vandaag.
Na het zoveelste akkefietje.
En je moet weten dat ik heel veel akkefietjes kan hebben.
Echt veel.
Het heten niet voor niets akkefietjes.
Lastig maar klein genoeg om het hoofd te kunnen bieden.
Ze van je af te schudden of in een hoek te drijven.
Eens in de zoveel tijd is er echter opstand der akkefietjes.
Ze hopen zich op in de hoek waar je ze onverschillig achterliet. En dan ineens, op een moment dat je weerstand laag is, pas ziek geweest ofzo, bespringen ze je.
De akkefietjes.
Op zich overkomelijke hinderlijkheidjes.
Met z’n allen bij mekaar een dijk van een frustratie.

Zo dacht ik vandaag hoe ik het ooit in mijn hoofd had gehaald te denken dat mijn werk zo leuk was.
Mijn werk is he-le-maal niet leuk.
Het is afgrijselijk.
Werkelijk afgrijselijk.

Zo erg is stemming dus.
Dat je ineens een hartgrondige hekel hebt aan dat waar je van houdt.
Dat je als een valse hond naar je collega’s wilt bijten.
Een schop tegen de vuilnisbak wilt geven.
Wat zeg ik, ik had die hele tent met alles wat er in zit zo de Maas in willen kieperen!

Nou maar dan kennen ze mij nog niet.
Die akkefietjes.
Niet om het een of ander hoor. Een mens mag best de pest in hebben op z’n tijd.
Maar ik hou er niet van dat de akkefietjes mij de baas worden.

Dus tralalala.
En morgen weer stralend op!


(En of het nog niet genoeg is, al dat gewauwel over akkefietjes, is er ook nog Post uit Canada. Een aflevering verzorgd door mijn schoonzus dus in het Engels en het gaat natuurlijk over het kindje dat met kerstmis geboren zou worden en waar we allen op wachtten.
Nou, hij kwam een dagje later en alles kwam meer dan goed.)


| Anneke | 20-02-2008 | 10 reacties |




image

Ben een beetje siekjes.
Siekjes is stom en vervelend.
En je wordt er knap lelijk van ook.
Bah.

 


| Anneke | 17-02-2008 | 10 reacties |




Ik ging zitten om een stukje te schrijven en hop, daar kwam de nachtmerrie tevoorschijn.
Stom is dat.
Nu wou ik juist iets over de zon schrijven.
Niet dat dat nou zo bijzonder is, want dat hadden jullie zelf ook al gemerkt.
Dat het zo licht was.
En dat alle spinnewebben en stofjes en vuiltjes in huis zich tegelijkertijd aan je openbaren.
Dat hadden jullie natuurlijk ook.
Ik was in de badkamer en zag dingen die ik nooit eerder zag.
Vuile strepen op het raampje.
Vieze vegen in het bad.
Spiegeltje met het weer er in.
Doffe kranen.
Opgehoopte stofjes in de hoek.
Werkelijk alles riep om een sopje.
Ja, ammehoela, riep ik heel hard terug.

Maar diep in mij woont een zure ouwe tante.
Die gaat me daar dan over zitten doorzagen.
Dan kan de zon wel schijnen, maar het bad is vies.
Schimmels liggen op de loer.
Hordes zilvervisjes zullen hun intrek nemen.
Enkel en alleen om dat ouwe kreng de mond te snoeren heb ik er snel een lapje doorgehaald.
Daarna in de zon koffie met koek.
Die smaakt dan extra lekker.

 

 

 

 

 


| Anneke | 11-02-2008 | 13 reacties |




In een toestand tussen dromen en waken, niet wakker, maar dromend dat ik wakker ben.
Niet slapend want ik hoor Nico’s opsta geluiden.
Ik denk dat het Thomas is.
Hoor zijn voetstappen op de trap.
Snelle stappen, als altijd wanneer hij laat is.
Maar dat kan helemaal niet
Thomas is dood.
Ik kerm.
Ik droom nog, maar ik droom dat ik wakker ben en dat ik vergeten ben dat hij er niet meer is.
Ik droom nog en hou hem vast.
Ik droom dat ik wakker ben en dat ik Thomas heb gedroomd en dat ik kerm en dat ik wakker word en dat ik droom en dat Thomas er toch nog is.

De wekker.
Wanneer gaat nou toch die vermaledijde wekker!


| Anneke | | 4 reacties |




image

Wat ik dan zoal doe in het weekend?
Nou.
Frommelen natuurlijk.
Sinds ik een grote tas zjuwelen kreeg, en een tafel heb is het gefrommel niet van de lucht.
Straks, als ik weer geloof in de goede afloop van dingen, wil ik de cursus edelsmeden weer oppakken.
Voorlopig vind ik dit prettig.
De kachel brandt, het huis is licht, er is koffie met koek en niets is ingewikkeld.

image

In dit hart heb ik de mooie glazen kralen verwerkt die ik van mijn vriendin Wil kreeg kort na Thomas’ dood.
Kleine stukjes mooi om me te troosten.
Ze zaten in een doosje en af en toe haalde ik ze er uit.
Legde ze in rijtjes.
Stopte ze weer terug.
Vandaag besloot ik er een ketting van te maken, morgen zal ik ‘m dragen.

image

Of ik dit al te zoete meisjesding ooit zal dragen is nog maar de vraag. Maar het was leuk om het te maken.
De platte kralen heb ik op het strand van Terschelling gevonden.
Thomas leefde toen nog.

 


| Anneke | 03-02-2008 | 12 reacties |




Ik vind alles van mijn werk leuk.
De mensen, de dingen, de bezigheden.
Zelfs als alles verkeerd gaat zit ik nog breed te lachen.
Het lijkt een beetje op een gouden kooi maar dan zonder de ranzigheid en zonder de infantiele ruzies.
Mmmm.
Dit is denk ik mijn meest manke vergelijking ooit…
Van de week zag ik die gouden kooi voor het eerst.
Tot dan toe was het me gelukt het te negeren. Maar nu viel ik er in en mijn mond open van verbazing.
Wat een raar programma.
Er waren meiden aan het paaldansen en er zaten jongens meer of minder verlekkerd naar te kijken.
Na afloop gingen ze kibbelen.
Je zou denken dat ze dan wel wat anders zouden willen gaan doen.
Maar nee.
Bekvechten het was.
Als snel bleek dat dit nu de gouden kooi was.
Zo.
Nou.
Dan weet ik dat ook weer.
Ze zouden het moeten verbieden denk je in eerste instantie.
Maar ja.
Dat is ook weer zoiets.
Het hertaboereren* van ranzigheid is natuurlijk je reinste struisvogelpolitiek. Typisch CDA.
Ik begrijp trouwens ook niet waarom het CDA op z’n achterste poten staat voor een bejaarde pornofilm, die erg ranzig is, maar wel gewoon fictie.
Persoonlijk maak ik me drukker om die zogenaamde misdaadverslaggever, die onze realiteit perverteert.
Maar ja, ik ben dan ook geen minister.
Ik ben een zeekomkommer en ik ging vertellen over mijn werk.
Of nee, over het weekend.
Dat ik van mijn werk en alles wat er bij hoort hou, maar niet van de wekker.
De wekker is mijn vijand.
En het weekend mijn vriend.

*zie reacties


| Anneke | 02-02-2008 | 11 reacties |