AFLEVERING 631 - 20 maart 2011
Inzicht


Afgelopen week ben ik tot een inzicht gekomen dat zowel positief als negatief is uit te leggen.
Een inzicht aangaande grammofoonplaten.
En eigenlijk over meer dan dat.
Ik verzamel platen.
Het halve huis staat er vol mee.

In het sousterrain staat een paar meter kast van vloer tot plafond vol niet-regionale lp’s waar ik misschien iets mee kan in het programma Het Opkamertje.
Ik moet ze nog allemaal luisteren.

Op de eerste verdieping, mijn werketage, staan de kasten drie meter hoog te zuchten onder het gewicht van regionale lp’s, singletjes en cd’s die ik tot de kernverzameling reken.
De kasten hebben gezelschap van stapels, dozen en tassen met nog uit te zoeken materiaal.

Dan is er Het Opkamertje, waar tot voor kort allemaal platen stonden voor het radio-programma Het Opkamertje, maar dat nu een soort overstort aan het worden is van mijn werketage. Religieuze zangkoren, Rotterdamse kerkorgels en alles van het label Telstar van Johnny Hoes bied ik daar onderdak.

In de zitkamer staan regionale lp’s die nog beluisterd moeten worden, plus een plukje buiten-regionaal.

En op de derde ben ik bezig om de voormalige logeerkamer in te richten als Grote Opkamer voor niet-regionaal materiaal, beluisterd en onbeluisterd, en alles op 78 toeren.

En o ja, dan is er ook nog het kleine logeerkamertje met een slordige vier meter aan Braziliaanse platen. Waar de hele verzamelwoede ooit mee begonnen is.

Alles bij elkaar vier verdiepingen teringzooi waartussen zich mijn leven afspeelt, en dat van mijn vriendin en onze twee poezen.

Wat moet je met zo veel platen?
Dat zult u zich misschien afvragen.
Nou ja, ik maak er natuurlijk radio-uitzendingen mee.
En alle muziek hier uit de regio, de kernverzameling, waaronder bijvoorbeeld alles van Gerard Cox en Lee Towers op vinyl, gaat ooit, als ik onder de zoden lig, naar het Gemeentearchief Rotterdam.
Waarvoor het wel een zekere betekenis heeft.

Juist. Maar alle niet-regionale muziek die je hebt beluisterd, en waarvan je na beluistering hebt besloten dat je d’r niks mee gaat doen voor de radio, die hoeft verder niet bewaard? Die mag weg?

Nou, daar ging mijn inzicht van de week over.
Zoals zo veel verzamelaars heb ik de neiging om van alles en nog wat te bewaren voor je-weet-nooit, voor-het-geval-dat.
En ook wel om redenen die voor mezelf helemaal duister zijn.

Zo zat ik van de week met een paar Braziliaanse platen die ik ooit van een luisteraar heb gekregen.
Ik had ze beluisterd en vond ze maar zo-zo.
Wat te doen?
Ik ging er op korte termijn niet iets mee doen, leek me.
Maar Braziliaanse muziek heeft voor mij een soort status aparte. Ik weet nog zo goed hoe ik eraan verlingerd raakte.
En ach, in dat kleine logeerkamertje maken een paar platen meer of minder niet uit.

Maar toen opeens vormde zich een gedachte die voor anderen misschien heel vanzelfsprekend is, maar die ik als nieuw ervoer. De gedachte: als ik er nu niks mee doe, wanneer dan wel?

Het was alsof ik vanuit de kosmos door een opening in het wolkendek opeens zicht had op een man van 51 te midden van zijn muziekjes.
Wat dacht die man allemaal nog te gaan ondernemen in dat aardse bestaantje van ‘m?

Je kan zo’n vraag, zo’n inzicht, zien als iets treurigs.
Maar toen ik die paar Braziliaanse platen bij het rijtje zette dat weg mag, kwam er iets heel positiefs over me.

“Als ik er nu niks mee doe, wanneer dan wel?”

Het voelde een beetje als een bevrijding.