Ik droomde van een loket voor onopgeloste zaken.
Ik ging er heen met een halsketting en de vraag of ze daar iets over konden achterhalen.
Het loket was in een grote hal.
Het was een ouderwets gebouw, aan de rechtermuur was een enorm grote gaskachel die stond te loeien en om de zoveel tijd aansloeg.
Achter me was een ruimte vol geroezemoes.
Ik weet niet hoe het eruit zag want ik stond er met mijn rug naar toe.
Maar ik stel me de hal van het stadhuis voor waar je paspoorten en andere bestaansbewijzen kunt halen.
Het begon eigenlijk met een algemene vraag maar al gauw bleek er een verband tussen Thomas en de ketting te bestaan.
De juffrouw aan het loket nam de ketting aan en verdween door een deur achter in het kantoortje.
Toen ze terug kwam vertelde ze iets over de ketting maar ik kon maar halve woorden verstaan.
Het was zo’n loket afgeschermd met perspex met van die gaatjes in een cirkel.
Ze had een zachte stem en het geroezemoes en de kachel overstemden haar.
Ik drukte mijn oor helemaal tegen het perspex maar dan nog verstond ik maar af en toe een paar woorden.
Ze hadden nog wat spullen van Thomas liggen, begreep ik.
En ze ging nog iets na trekken zei ze.
Dat was stom, dat ik van alles wat ze te zeggen had juist die laatste nietszeggende zin wel verstond.
Achter mij stonden wachtende mensen te mokken.
Ze waren bij het verschijnen van de loketjuffrouw even opgeveerd maar nu mijn geval nog langer scheen te duren hadden ze de pest in.
Na een tijdje verscheen ze weer.
Ze had een paar bankpasjes gevonden en in de kelder lagen nog wat pornofilms van hem.
Van haar verhaal kon ik bijna niets verstaan.
Het had iets met zijn koopgedrag te maken en wat daar uit af te leiden viel ofzo, maar de details ontgingen me volkomen. Ik zei niet dat ik haar niet verstond, ook al moet ze het gezien hebben want ik kroop zowat in die gaatjescirkel en probeerde zoveel mogelijk informatiesnippers op te vangen.
Ik had het gevoel heel essentiele informatie te missen maar het kwam niet in me op haar dat te vertellen.
Wanhopig stond ik maar tegen dat loket aan geplakt.
Kennelijk vond ik zelfs in mijn droom mijn timide gedrag toch wat al te gortig want even later liep ik met haar over een parkeerterrein naar haar auto en daar deed ze me nog een hypothese van de hand. Er was iets met een meisje waar hij kleding voor kocht en misschien zus en misschien zo.
Teleurgesteld droop ik af.
Wat aan het onverstaanbare loket nog kostbare informatie had geleken bleek gewoon plat giswerk.
Hypotheses, die kon ik zelf ook wel verzinnen zeg.


| Anneke | 24-05-2008 |


Het is jouw zoeken.
En het (hij) is denk ik nooit helemaal te begrijpen. Zoeken mag.

Reactie van: theo



Commenting is not available in this weblog entry.


.(JavaScript must be enabled to view this email address)